te midden op het lijf, ende weet haer dadelick te verlammen ende als een doodt-wonde te geven. De spinne-kop dit voelende liet haer daedelick met een draedt neder vallen, doch de vlieghe en liet niet los, maer sleepten de spinne-kop langhs de aerde, ende verbrack alle de pooten, gaende met ordre van de een tot de ander; daer na liepse rondtom de spinne-kop al spelende uyt blijdtschap met haere vleugels. Ende dit dede sy alles tot drye verscheyden reysen toe, ende eyndelick vlooch sy met de spinne-kop wech. Daerom heb hem den verslinder genaempt.