Op zoek naar een bezield verband. Deel 2
(1981)–Jaap Goedegebuure– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 348]
| |
21
| |
Aan J. GreshoffSt. Romain 15-v-'40 Beste Jan, Ik denk dat de toestand waarin jullie je bevindt wel niet veel van de onze zal verschillen, en ik ga er dus maar niet te diep en gedetailleerd op in. Ik heb nog van niemand bericht, maar dat kan ook nog niet. Trouwens - hoe zullen die zijn? Ik word voortdurend geslingerd tusschen de meest tegenstrijdige gevoelens en verlangens, en telkens vraag ik mij af wat ik hier eig. doe, nu er in Holland geschoten wordt. Ik heb in Sept. geïnformeerd of ik vrijwilliger kon worden, maar dat ging niet voor een afgekeurde van 40 jaar; bovendien geen instructeurs genoeg; en iedereen zei, dat ik gek was, en dat mijn ‘taak’ op ander terrein lag etc. Maar in Jezus naam, als onze taal afgeschaft wordt? Met dat al ben ik, net als jullie natuurlijk, ontzettend somber, en ik vraag mij af, wat er van dit alles worden moet. | |
[pagina 349]
| |
Simon schreef een week geleden, dat je hem naar Z. Afrika wilde hebben. Mij ried je het destijds af. Wat denk je, zou er een levensmogelijkheid voor ons zijn. Je weet dat wij zuinig kunnen leven. Schrijf hier vooral over, eenigszins concreet en niet te kort, zoodat ik er eenig houvast aan heb. Want als het op een Duitsche overwinning uitloopt en het uit is met Nederland, zie ik niet veel anders dan Z. Afrika, want Indië is dan natuurlijk ook niets meer. Of zouden er genoeg Hollandsche emigranten kolonies ontstaan b.v. in Amerika om als schrijver daar te bestaan? Ik denk dat jullie ook wel verschikkelijk in de knoei zullen zitten over familie en vrienden. Ik vind er iets ontzettend rots in, dat je je van Finland en Noorwegen toch minder aantrok. Of is dat ‘menschelijk’? Het is er infaam genoeg voor. Eddie en Simon schreven al erg in mineur, ten gevolge van het echec in Noorwegen, maar overigens was E zeer ingenomen met zijn nieuwe Bergensche huis. De arme bliksems, wie weet waar ze vannacht moeten slapen, als ze nog in leven zijn, allemaal. Mijn vader zal wel niet meer te transporteeren zijn. Hier komen nu dagelijks op auto's, fietsen en camions geladen Luxemburgsche en ook Belgische vluchtelingen voorbij. Een onzettend treurig gezicht. Ik heb aan het consulaat in Parijs geschreven dat ik mij beschikbaar stelde voor alle werkzaamheden die binnen mijn vermogen liggen, maar ik heb nog geen antwoord (kan ook nog niet). Nu beste menschen, houdt je goed en laat spoedig iets hooren, ook over de mogelijkheden in Z. Afrika, als die er zijn. Met heel veel goeds en hartelijks je H.
Wij zijn niet naar Bogève gegaan, nu de houding van Italië weer zoo ‘dubbelzinnig’ is.
St. Romain 19-v-'40. Beste Jan, Ik kan je niet zeggen hoe zeer dit nieuwe bewijs van daadwerkelijke vriendschap ons treft. Dank ook vooral aan degeen, die ons dit vorstelijk aanbod doet. Ik had juist Woensdag aan Van Lennep geschreven en aan Sevenster (Holl. consul te Parijs). Wij hebben een sauf conduit noodig om uit Frankrijk te komen. Dit stuk is onmisbaar; wij hebben het direct aangevraagd en op maximale spoed aangedrongen. Niettemin kan de beslissing enkele weken blijven hangen. Ons geld is hier en ongetwijfeld toereikend, zelfs voor een jaar leven, naar ik schat. | |
[pagina 350]
| |
Inmiddels heeft Van Kleffens aangekondigd, dat hij nieuwe troepen op de been zal brengen. De kans bestaat dus dat ik herkeurd moet worden en niet kan komen. In dat geval blijft ook Rien in Frankrijk, of - zoo mogelijk - niet al te ver van de plek waar ik heen word gestuurd. Maar je begrijpt wel dat we ons uiterste best doen om het Kaapsche plan te doen slagen. Over den toestand schrijven is mij onmogelijk. Ik denk dat het mij nu gaat als jou destijds, wanneer je aan de concentratiekampen dacht. Dus, beste Jan, wees nogmaals van onze groote dankbaarheid overtuigd en laat ons, tegen alles in, van alles het beste hopen. Met onze hartelijke gr., ook voor Aty en de jongens, steeds je H.
Bordeaux 1 Juni '40 Beste Jan, Veertien dagen hebben wij hemel en aarde bewogen en alle instanties gebombardeerd met brieven, telegrammen, voor zoover er te telegrafeeren valt, met bezoeken vooral - en nu zijn wij hier. Doodmoe, wij hebben een voorloopig visa de sortie en een eveneens voorloopige verklaring van de Holl. consul dat wij weg mogen, maar sinds gisteren worden alle Hollanders, hoe perfect hun papieren ook zijn, en al hebben zij tickets en god weet wat voor kruiwagens, eenvoudig vastgehouden aan de grens. Ik ga nu nog naar het Engelsche consulaat en heb een kleine kans op een doorgangsvisum voor Portugal, maar - gezien het feit dat men er als Hollander niet meer uit kan - die maatregel zal misschien maar tijdelijk zijn - ben ik, al zou ik alle visa en tickets ter wereld hebben, toch totaal onzeker of de zaak lukt. Hoewel ik nog geen schot gehoord heb, is wat je hier ziet en hoort aan ellende al meer dan genoeg om de verwildering te voelen die de oorlog in het internationale burger-bestaan te weeg brengt. Op het ‘Veld van Eer’ zal het dus wel navenant zijn. - Goeie God wat een onnoemelijke zwijnerij! Dezer dagen verwacht men de interventie van Italië en volgens Thelen zal ook Spanje meedoen tegen de geallieerden; Portugal pro. - Dag beste Jan en Aty en jongens, ik begin er erg aan te twijfelen of wij elkaar nog wel weer zullen zien. In alles het beste, ook van Rien. Thelen meent op goede gronden dat Menno in Londen is. Heb je bericht? Zoodra ik iets definitief weet, telegrafeer ik.
(J. Greshoff, Volière, Amsterdam 1956, p. 137-140) | |
[pagina 351]
| |
Aan A.V. Thelen Zondag 2. vi. 40
b.v. de situatie begint flink gespannen te worden, vandaar ook mijn telegram. Ik heb gezegd, dat wij een maand in Portugal, grootendeels bij Colas, wilden blijven, en dat een transito-visum dus voldoende was. Inmiddels worden alle Hollanders hier vastgehouden, hoe perfect hun papieren ook zijn, en al hebben zij hun visa de sortie, en hun tickets betaald. Ik ga nu nog naar de engelsche consul, in verband met Z. Afrika, en hoop binnen een week gunstig antwoord te krijgen van den portugeeschen consul te Bordeaux. Schepen schijnen er haast niet meer te zijn, hoewel de consul vertelde, dat er duizenden naar Portugal gaan, of zouden willen gaan. Op de stations refugées, menschen die nu al 5 nachten op de banken slapen en op den grond. In de café's en op de consulaten honderden menschen zonder geld; en zonder bericht van hun familie. Gelukkig dat Rien althans leven kan, als ik soldaat worden moet. In Bordeaux was geen bed meer te krijgen, geen matras op den grond. De verwildering van het internationale burgerleven is hier al zoo sterk en chaotisch, dat men aan de rest nog maar nauwelijks durft te denken. Het is dus mogelijk dat wij hier moeten blijven; of in Frankrijk althans. Het huis in St. Romain blijft nog eenige weken beschikbaar, maar als de Duitschers en Italianen Zwitserland binnenvallen, is die streek niet veilig meer. Ik wacht de loop der dingen nu maar af, doe inmiddels wat ik kan om naar Portugal te komen, maar betwijfel zeer of het lukt. Wij zitten in een maison de santéGa naar voetnoot* vlak bij Bordeaux. Niet al te ongeschikt. Er is een tuin bij; helaas ook heel of half geschifte (gekke) menschen, die hardop bidden en aria's galmen. Ik wou dat je hier was; wat zouden we lachen, in alle misère. Tot nu toe werden alle hollanders voor de soldaterij opgeroepen die tusschen 1904 en 1920 geboren zijn. Ik hoor dus zeker bij een volgende groep - Houdt je goed, alle twee, en doet voor mij wat je kunt. Misschien ook met behulp van A. Cesar? h. gr. je H. Maison Camille, Place Lopès Candéran près Bordeaux (Gironde) | |
[pagina 352]
| |
Aan A.V. ThelenMaandag 3. vi. 40
b.v. Ik heb er vandaag nog een telegram aan Colas overheen gestuurd, omdat een invitatie van beteekenis kan zijn voor het visum. Ik telegrafeerde ook Greshoff om een uitnoodigingsbrief. Het engelsche consulaat beweert niets te kunnen doen. Alles zal moeten loopen over de zuid-afr. legatie te Parijs, maar daar kan ik persoonlijk niet heen. Passen opsturen? Ik zal er morgen over gaan spreken met de holl. consul. Nog een moeilijkheid - en zeker niet de laatste -: Cook deelt mee, dat de braziliaansche maatschappij, die de zee-verbinding Bordeaux-Lissabon onderhoudt geen Hollanders meer meeneemt! (Die Hollanders schijnen opeens een soort uitvaagsel of Joden te zijn! inderdaad is hier de stemming tegen de neutralen minder gunstig aan 't worden.) Volgens hem, Cook, is de eenige - eventueele - weg (als diezelfde Hollanders hier nog ooit weg zullen mogen) de doorreis door Spanje, die jij ons ten zeerste afriedt! Wat vind je? Schrijf mij eens zoo uitvoerig mogelijk de pro- en contra's Of zie je alleen contra's? Ik zou het wel willen wagen. Rien vreest - net als jij? - duitsch-gezinde pest-maatregelen tegen - Hollanders, onder meer. Maar wat kunnen ze je eigenlijk doen, zoolang ze niet in oorlog zijn? De menschen hier die ik over een spaansche interventie sprak, gelooven er geen woord van. Maar de fr. kranten lichten je natuurlijk zeer eenzijdig in. Schrijf gauw. h. gr. H.
De ‘vrucht-Marsman’ is inderdaad bezig te ‘verbloeden’ -
Maison Camille, Place Lopès Candéran (Gironde) France.
(Hs. in bezit A.V. Thelen)
Dinsdag, 5-vi-'40. Beste Jan, Gister je 2de telegram, vanmorgen je brief, de eerste van een Holl. vriend in drie weken. Ik was er erg blij mee, en ben het geheel met je | |
[pagina 353]
| |
overwegingen eens. Alleen - NOOIT ga ik terug naar Holland zoolang dat ongedierte daar tiert! Ik zal je maar niet verder vervelen met de ups and downs van onze kansen. Rien zegt ook: als we maar eenmaal in L. Marquez, of zelfs in Lissabon zijn! Pascoaes doet zijn best, telegrafeerde hij juist, en de secr. van de Zuid-Afrikaanse legatie te Parijs zegt een visum toe voor zes maanden (als ‘tijdelijk bezoeker’) dus. Ik hoorde vanmorgen bij Cook dat de zeeverbinding Bordeaux-Lissabon voor Hollanders gesloten is. God weet waarom. Dus door Spanje, wat Thelen ons ten zeerste afried. 't Is een bureaucratische janboel, geen zweem bovendien van internationaal overleg; en de bepalingen, dus ook de kansen wisselen met den dag. - Ik zal de hemel danken als wij over eenige weken werkelijk op reis kunnen gaan - en blijven. Nu beste Jan, houd je goed. Ik zal je schrijven zoovaak er iets te schrijven is en dingen van beslissend belang telegrafeer ik je. Heel veel hartelijks tusschen ons zessen. je H.
Maison Camille, Place Lopès Candéran près Bordeaux (Gironde) 10-vi-'40. Beste Jan Ik ben nog niets verder, maar ik weet nu althans - na een krachtige woordenwisseling met een bureaucratisch sinjeur - hoe de vork in de steel zit, want zelfs dat werd je eerst niet gezegd; de Franschen willen de vreemdelingen opnieuw controleeren. Dat kan een tijd duren, als het secuur en systematisch gebeurt. Ik ga hun nu mijn geval uitleggen, zeggende dat ik geen refugé ben in den eigenlijken zin etc. Zal alle advocaterij aanwenden waarover mijn geheugen nog beschikt. Ik denk toch wel dat ze je vroeg of laat moeten loslaten. Anders schrijf ik naar de regeering in Londen, subsidair aan de Koningin. Dan kan ik haar meteen vragen waarom ze Adolf in Nov. gelukgewenscht heeft, toen die bom hem niet verpletterd heeft. Houd in elk geval die bungalow voor mij open tot ik je sein dat de kans definitief verkeken is (maar wij houden moed). Ik beloof je dat ik er zal werken als een paard; na ‘Tempel en Kruis’ niets meer gedaan. Dag Jan! met heel veel hart. gr. ook van R. aan jullie allen, je H.
(J. Greshoff, Volière, Amsterdam 1956, p. 140-141) |
|