2
Poëzie heeft een diepverborgen betekenis die iedereen ontgaat zelfs de geniaalste kenner. Maar ook en vooral de dichter zelf: hij is een werktuig, de boodschap wordt in zijn hersens geïnfiltreerd. En hij trots op zijn inspirasie en noteren maar. Wat noteert hij dan? Berichten afkomstig van wezens die bij het begin der tijden leefden - nog leven, want het verleden is niet uitgeroeid - en bestemd voor hun broeders uit de verre toekomst, aan het andere oneindige uiteinde van de eeuwigheid: ze wonen te ver uit elkaar in de tijd voor rechtstreekse kommunikasie, en de mikrobe van onze zogenaamde poëzie plant zich over juist genoeg eeuwen of millenia menselijke geschiedenis voort, om die kloof te overbruggen.