Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 149] [p. 149] Het geweten Wanneer de avond, Zacht begravend, 't Vurig leven bluscht; Laat hij droomen Mijwaarts komen Eer ik rust. Deze meten Mijn geweten; Peilen mijn gedrag. Gansch mijn leven Ligt bes chreven Van den dag. Hoort mijn bede: ‘Zoo 'k misdede, Was 't niet onbewust? Weest genadig, Zendt milddadig, Mij de rust! [pagina 150] [p. 150] Want ik schenke, Wat mij krenke, Zelf aan elk gena, Eer 'k tot morgen Zander zorgen Rusten ga!’ Vorige Volgende