Stellingen
Terminologisch-historisch is de ‘Oosterse’ democratie-opvatting (meerdere gelijkheid van inkomen) juister dan de ‘Westerse’ (formeel-geestelijke vrijheid).
De meest gebruikelijke betekenis van sociale democratie is gelijkheid van kansen.
Eerst door de strijd tussen ‘parlementairen’ en ‘anti-parlementairen’ kreeg het woord democratie bij de Nederlandse socialisten een zelfstandige betekenis.
De opkomst van het woord democratie als leuze bij de Katholieken is onder meer tegengegaan door het behoud van de Katholieke eenheid bij de strijd om het ontwerp-Tak.
‘Wet’ in art. 7 grondwet moet in formele zin worden opgevat.
Om twee redenen is het proces te Neurenberg als poging tot objectieve rechtspleging mislukt te achten: de niet-neutrale rechters en de onmogelijkheid het ‘gelijk recht voor allen’ toe te passen.
Een onderscheid tussen recht van vruchtgebruik (art. 803 e.a.B.W.) en recht van vruchtgenot (art. 819 B.W.) is zonder zin.
Het denkbeeld van de Bruyn (WPNR 3970, blz. 59) om art. 341 B.W. in dier voege te wijzigen, dat de erkenning van een kind alleen door de werkelijke ouders en het kind zelf betwist zal kunnen worden, verdient geen aanbeveling.