Poëzie en proza
(2002)–Guido Gezelle– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 253]
| |
['t En is van u]aant.'t En is van u
hiernederwaard,
geschilderd of
geschreven,
mij, moederken
geen beeltenis
geen beeld van u
gebleven.
Geen teekening
geen lichtdrukmaal
geen beitelwerk
van steene
't en zij dat beeld
in mij, dat gij
gelaten hebt
alleene.
o Moge ik, u
onweerdig, nooit
die beeltenis
bederven,
maar eerzaam laat
ze leven in
mij, eerzaam in
mij sterven.
Kortrijk, 4/5/'91. |
|