Poëzie en proza(2002)–Guido Gezelle– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 161] [p. 161] [o God, die, als een graan geslagen] o God, die, als een graan geslagen, vóór den vlegel vielt; verleent, des bidde ik U, dat brood mij alle dagen, eer mijn herte ontzielt! o God, die, als eene edel' terwe, malsch gemalen, gingt den oven in, aan 't kruis; en, 't brood ge- lijk van verwe, daar gebraden hingt; o Hemelmondig Manna, krachtig mannenvoedsel, geeft mij sterkte om eens te gaan, gestorven, God almachtig, daar Gij eeuwig leeft! Vorige Volgende