Poëzie en proza(2002)–Guido Gezelle– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] [Blâren moet ge en blommen schieten] Blâren moet ge en blommen schieten, vol de vaten ommegieten uwer zalven, en voortaan, hagedooren, bloeien gaan! Slaapt gij nog? De bien ontwekken, langende om uw zeem te lekken; 't vogelken zoekt, nestgezind, waar 't uw' vrije daken vindt! Slaapt gij nog? De zangermonden, zullende uwen lof verkonden zoo gij wakker wordt, ze slaan reeds hun liefste leisen aan! Slaapt gij nog? De dichters dragen droevig, dorre doorenhagen, het geheugen, lang verbeid, van uw' zomerschoonigheid! 't Water zucht, de blauwe lochten, de aarde deunt, vol minnetochten: alles, alles wenscht om...och doorenhagen, slaapt gij nog? Vorige Volgende