Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [Ik wete een hoeksken in] Ik wete een hoeksken in den hof en daar geborgen ontvluchte ik voor 't geweld der luide levenszorgen. Verheven is 't van de aarde op oude bouwselbraken met boomen overal omzet en 't zonneblaken en vindt het 's morgens noch des middags; op nen stoel ontduike ik dikwijls daar en 't geterg [pagina 799] [p. 799] des werelds en daar en vindt des morgens mij daar zittend immer niet noch middags; menschenloos zijt God die mij daar ziet. Mei-Juni 1899(?) Vorige Volgende