Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 756]
| |
en weende en niet wist of het weenen was
of smelten van liefde
en hopend in 't zien van mijn oogen las
het woord daar mijn mond onbekwaam toe was
terwijl ze in mijn sprekende lonken las
den naam die om mij haar gegeven was
't is daar mijn vaderland
1858(?)
|
|