Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 754]
| |
De winden de winden
waar vlucht ik waar heen en
waar vinden een slot
De winden de winden
ze komen ze treden
in 't machtige leger van God.
Zij strijken hun roo vlaggen
De boomen zweren ertegen en
zuchten lijk de strijders
De gesneuvelden vallen
De kraaien waaien uit hun
nest
Hagen blaren klakken vliegen
rollen langs den grond
1859(?)
|
|