Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 605] [p. 605] Laatste verzen [pagina 606] [p. 606] [Ik heb zoo neerstig opgelet] Ik heb zoo neerstig opgelet, om niet één stip te laten misdrukt zijn; en 't en baat al niet, ofschoon 't mij moeste baten, toch dezen keer, zoo dacht ik, in mijn al te neerstig willen. 't En baatte niet: om beterzijn, ten naasten keer, ga 'k - brillen. 1897(?). Vorige Volgende