Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Windbruid Nijgen, buigen doen de boomen weg en weder; 't waait en 't buischt; de uitgelaten winden stroomen deur de dikste hagen; 't ruischt hooge en leege: toppen, takken tieren overluide: en 't wil scheuren iets, of openklakken schielijk, in dat boschgeschil ... Avond wordt het, vlugs, en weder valt de wilde windbruid neder. 3-5-'95. Vorige Volgende