Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Jam lucis orto sidere o God, hoe moest ik dankbaar wezen, indachtig U, ten allen tijd, van zoo de zonne is opgerezen en 's morgens in den hemel rijdt, tot dat ze, 's avonds, nederschrijdt en rusten gaat in 't westerwezen, door U heur daaglijksch werk gewezen! o God, die alles heerlijk zijt bedrijvende, U zij toegewijd mijn al te ondankbaar hert, nadezen! 25-12-'96. Vorige Volgende