Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende ‘Ons dagelijksch brood’ o Goedheid, zonder einde of grond, o Godlijke ontfermhertigheden, gedoogt dat ik mijn' dankgebeden U bieden durve, en bidde U, heden, om 't dagelijksch brood, dat hert en mond mij laven zal; mij recht en reden beseffen doen, mij 't lijf gezond bewaren, tend de strijd voor goed is uitgestreden! 2-2-'97. Vorige Volgende