Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 186] [p. 186] [o Vrijdag, die den mensch gemaakt] o Vrijdag, die den mensch gemaakt ons voorhoudt, in de bladen van Gods eerweerde daden, als kind van stof en aarde, en iet dat Gods aanbidlijk wezen ziet: zij God in u geprezen en Zijn almachtig wezen! o Vrijdag, die het kruis geplant, die zaagt het heilig stroomen eens, aan den boom der boomen, van Jesu Bloed, dat Adams ras en schuldig bloed genezend was: zij God in u geprezen en Zijn bermhertig wezen! o Vrijdag, goede Vrijdag, eens zag Brugge uw' zonne dagen, door listen en door lagen van slavernij en vreemd geweld benauwd, gekrenkt, omneêrgeveld; maar eer zij was volrezen, vrij, Brugge, mocht gij wezen! Vrij, Brugge, waart ge, en vrij voortaan, door Breydel en de Coninc; in 's Vlamings vrije woning blijft nog door 't Vlaamsche volk gevierd de dag als hem verlossing wierd, en als het vrij mocht wezen, door 's Heeren Bloed geprezen! 1887 Vorige Volgende