Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [Wat hangt gij daar te praten] Wat hangt gij daar te praten aan die blomme, o bruine bie; waarop, waaruit, waarover ik u ronken hoore en zie? Gij zijt er met uw' neuze en met uw' tonge al ingegaan; gij hebt eraan geroken en van alles aan gedaan, daarom, daarin, daarover, op uw' vlerken alle twee: ik wonder hoe die blomme u laat geworden, zoo ter lee! Och, ware ik in heur' plaatse, ik hiet u varen, en ik sloot [pagina 158] [p. 158] zoo seffens al dat werk, al dat geruchte uit mijnen schoot, en 'k ...: ‘Rap, uit mijnen weg en uit mijn' zunne, dat ik zie: houdt op, en laat mij werken, of ik strale u!’ zei de bie. 13-6-1882 Vorige Volgende