Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [Gij die hebt den Schat gevonden] Gij die hebt den Schat gevonden, die den Edelsteen bezit; kind, dat in den Heer verslonden voor Gods autaar knielt en bidt, kind, het deert mij u te stooren, ach! en luistert liever niet om den ijdelen klank te hooren van mijn al te onhemelsch lied! Kind, God zelf heeft u gesproken, God is in uw hert: voortaan blijft, o blijft in God gedoken, en, 'k zal zwijgend henengaan! Juni 1889 Vorige Volgende