Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [Alijs, hoe lange is 't leên] Alijs, hoe lange is 't leên dat, van den doop gekomen, gij wierdt uit vaders hand op moeders schoot genomen, en, met den welkomskus, u op het hoofd geprent, als kersten mensch, Alijs, en kind van God erkend! Vandage zijt ge, Alijs, weer vrij van schuld en zonden, en, meer als kind van God, met God vereend bevonden; gespijsd, gelaafd met God Zijn eigen Vleesch en Bloed, en schattig rijk voortaan, in 't alderhoogste Goed. [pagina 92] [p. 92] Wat zult gij nu, Alijs, den Heere wedergeven, voor al dat Hij u gaf: uw herte, uw' ziele, uw leven, zoo lang het lijdt op aarde, in blijdschap of in pijn; uw al? Neen, meer als al zult ge eeuwig schuldig zijn! 19 Mei 1887 Vorige Volgende