Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [o Gij, die aan de wereld zond] o Gij, die aan de wereld zond en schand hebt afgenomen, onweerdig is mijns herten grond, om U nabij te komen; onweerdig, of 't en ware een woord van U mij wilde maken zoo zuiver als een ziel behoort te zijn, om U te naken. o Jesu, 't is den eersten keer dat ik Uw' tafel nader; ach! helpt en staat mij bij, o Heer en alderliefste Vader; 'k en wille U niet mishagen, maar U minnend, zoo als heden, zoo laat mij leven, dag en jaar, tot in alle eeuwigheden! 1883(?) Vorige Volgende