Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] VII Te late is het geweend, o moeder, op uw' kinders: ge'n baardet u geen brood-, maar bittere tranenwinders; ge'n baardet u ... 't was God die u het baren gaf, opdat 't u loonen zou, eilaas, en 't is uw' straf geworden, door uw' schuld en door hun maar te geven het leven van het lijf en niet het zieleleven; door hun de losheid en den al te vrijen dag te laten, zonder toom van 't ouderlijk gezag. Uw kroost, - de kelk moet uit, te gronden uitgedronken, - 't wierd aan de zee betrouwd, 't is in de zee verzonken! 1880(?) Vorige Volgende