Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende ['t Oud jaar is weêr afgeschoten] 't Oud jaar is weêr afgeschoten en voor eeuwig neêrgeveld; alderbeste Kunstgenoten, eer ge uw' voet in 't nieuwe stelt, wilt een oogenblikske wachten, tot dat ik, uw knape, u schiet, geen' gevlerkte pijlenschachten, maar een nederig nieuwjaarslied. Al zoo hooge als de oppergaaien wenschte ik dat, geheel dit jaar, moge uw' gilde bovenkraaien, gildemans en knaap te gaâr. 'k Wensche u prijzen bij de machte, vreugd en deugd den vollen dag; en dat 't slapen u bij nachte 't moede lijf verkwikken mag. [pagina 44] [p. 44] Dat Sint Jooris altijd wake over uw' voorspoedigheid, en elkeen den nekke krake die u rampen toebereidt. Ach, Sint Jooris, wilt ook zorgen voor den knape Parmentier, als hij dorst heeft, zonder borgen, dat hij krijge een teuge bier! 1886(?) Vorige Volgende