Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 527] [p. 527] Liederen, eerdichten et reliqua [pagina 529] [p. 529] Kruislied Aanschouwt Gods Zoon aan 't kruise gedaan en zegt: Wie zal Hem nu nog verachten, als Hij, met onze schulden belaan, Hemzelven heeft voor ons laten slachten? Neen, neen, wij gaan volgen voortaan meer ende meer 't kruis van den Heer. Aanschouwt dit bloed, die nagels, die kroon, en al dat onuitsprekelijk lijden, en zegt: o ziel, hoe dierf ik, voor loon, mij nog in zonde en schande verblijden? Neen, neen, wij gaan volgen voortaan meer ende meer 't kruis van den Heer. Kruis van den Heer, de tijden zijn kwaad, gij draagt het opperste Goed in uw' handen: weest ons een wapen, den vijand verslaat, en brengt zijn Satansche listen tot schanden; immers wij gaan volgen voortaan meer ende meer 't kruis van den Heer. Kruis van den Heer, rondom uwen stam staan wij vereend, bij de Moeder uws herten; zijt ons genadig, o Goddelijk Lam, bidt voor ons, o Koninginne vol smerten, [pagina 530] [p. 530] terwijl wij gaan volgen voortaan meer ende meer 't kruis van den Heer. Zielen van al die gestorven zijn eens, lijdende Kerke van Christus, vol rouwen, 't is door het kruis dat wij hebben gemeens, en met u ook op den Hemel betrouwen; immers wij gaan volgen voortaan meer ende meer 't kruis van den Heer. Kruis, dat den Rechter van al dat bestaat eens in de lucht zult verkondigen komen, zegent en teekent ons allen, en laat geen die u volgt uw' verschijninge schromen; immers wij gaan volgen voortaan meer ende meer 't kruis van den Heer. Sleuter des Hemels, triomph-winnend kruis, stiert onze vaart naar de hemelsche zalen; wijst ons den weg naar het vaderlijk huis, door al 't gevaar van de wereldsche dalen, immers wij gaan volgen voortaan meer ende meer 't kruis van den Heer. 18-2-1880 Vorige Volgende