Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [Ach, hoe dikwijls ben ik toch gegaan] Ach, hoe dikwijls ben ik toch gegaan waar de zee heur groote baren slaan, waar het al zoo kleen wordt rondom mij, waar mij niets te binnen komt als Gij, groote God, oneindigheid, onmeetbaar, en van dit menschenhert, hoe broos ook onvergeetbaar! 1860-61(?) Vorige Volgende