Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 457] [p. 457] Aan den voorgaande Op zijnen boek Ik heb u kind gekend, u knape en man zien worden; ik heb u 't woordenzweerd en zien en helpen gorden: 't verrast mij niet, 't verheugt dat ik met lauwerblaân uw zegepralend beeld gekroond zie voor mij staan. Gekroond zoo niet met wat snelkroonende andren vlechten, gekroond met 't geen gij zelf gewonnen hebt al vechten; gekroond met eigen moed, volherding, en dat één dat gij zijt, Dichter, gij, mijn kind, gij zelve, alleen! Juni 1874 Vorige Volgende