Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 397] [p. 397] O lied o Lied! o Lied, gij helpt de smert wanneer de rampen raken, gij kunt, o Lied, de wonde in 't hert, de wonde in 't hert vermaken! o Lied! o Lied! gij laaft den dorst, gij bluscht het brandend blaken, gij kunt, o Lied, de drooge borst en 't wee daarvan doen staken. o Lied! o Lied! het zwijgend nat dat leekt nu langs mijn kaken, gij kunt het, en uw kunst is dat, gij kunt het honing maken... o Lied! o Lied! Juni 1860 Vorige Volgende