Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 378] [p. 378] Ergo erravimus Komt, blijde kinderen, strooit den grond met versche blommen overal rond, de Heer is daar, den Opperal die 't ziet en 't u beloonen zal; Hij komt getreden en Hem draagt de priester Gods, gelijk de Maagd van Bethlehem weleer Hem droeg en heur verdriet te Hemwaard kloeg. Herodes leeft nog en hij spot, de koning, met zijn Heer en God! Aan ons dan, christenen, op te staan, de glorie Christi gaat ons aan, het heilig Sacrament vereerd, 't getal van Zijn goê volk vermeerd, gegaan, in blijde beêvaart, meê, door land en dorp en strate en steê, gezongen Zijnen lof, gedaan wat zal in gouden lettren staan wanneer de spotters, moê gespot, te recht staan voor 't gerecht van God, en vragen: ‘Bergen, valt en dekt onze arme zielen, vuil geplekt met schande en oneer, en belaân met 't geen wij hebben dwaas gedaan!’ Mei 1866 Vorige Volgende