Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 368] [p. 368] Antwoord Gij reikt me een hand uit Vlaanderland, uit Brugge!... dierbre stad, voor wie, door stam en streven, met liefde en trots zich voelt verwant aan Maerlants poëzij en Memlincs geestesleven. En die niet blind, gelijk het kind van onze hoogwijze Eeuw, in Maerlants dichterader een sceptiesch filozoofjen vindt, en, zoo in Staat als Kerk, der Liberalen Vader. 'k Aanvaard met dank den rijken klank die uit uw vlaamsche harp mij in 't gemoed komt trillen: wat wijke of wank' ... zij Zuid en Noord vereend in spreken, werken, willen! Maar doe 't gestand, met hart en hand, den eed, zoo menig werf der vaadren God gezworen! Ga Nederland met d'eêlsten bloei der kunst voor Christus niet verloren! Juni 1862 Jos. Adelb. Alberdingk Thijm Vorige Volgende