Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 322] [p. 322] CLIV Bertha Louise Huyghe 10 Julij 1891 Zoo 't eens was uit Gods hand gekomen, zoo heeft Hij 't weêr tot Hem genomen en losgedaan uit 's lichaams leed en lastigheden, die 't onverbidlijk lijden deden en pijne uitstaan. 't En kon niet meer ... 't Was moegelegen, zijn stemme sprak zijn herte tegen, en 't doolde rond, onwetend waar, tot dat, zijn wezen, zijn handen bei tot God gerezen, het ruste vond. Ach, ruste en vrede u zij geschonken: den bitt'ren kelk hebt ge uitgedronken en God bemind; ons Heere weet Zijn vrienden weunen, gij meugt op Zijn' beloften steunen, onschuldig kind! Vorige Volgende