Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 311]
| |
Wat nu gedaan? Geklaagd, geweend, gedropen
in diepe droefheid, zonder ende of maat;
de ellendigen gelijk, die niet en hopen
dat ooit een weerzien hun te wachten staat?
Neen! Hooger zult gij nu en beter wezen
een leidend licht ons en een bake in zee,
tot dat wij allen zijn voor goed genezen
van Adams schuld en onvermijdbaar wee.
Tot daar zij 't: Hoog den moed en 't hert gedragen!
Geen veege droefheid! Immer moed voortaan,
en, spijts de dood, spijts al heur nederlagen,
op God betrouwd en neerstig voortgedaan!
|
|