Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 233]
| |
Gelijk een kind, voorwaar,
dat, uit den doop geheven,
geen kwaad en kent, zoo klaar
was heur eenvoudig leven.
Zij hield aan 't waar gewin,
en met heur' laatste krachten
zoo bleef z'heur huisgezin
in eere en deugd betrachten.
Een waar exempel van
voorvaderlijke deugden:
God hebb' heur ziele dan
in 's Hemels ruste en vreugden!
|
|