Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 227] [p. 227] XX Eugeen Remi Fiers 27 Mei 1871 Onwetend en onschuldig nog van al dat menschen weten, wat hebt gij, kind, uw leven toch onlang voorbijgesleten! Bemind van al, bemind van elk, vol vreugde, waarheid, goedheid: 't en was in uwen levenskelk geen dreupel of 't was zoetheid. En eer hij uit was nam u God: gij waart van hooger weerden als dat gij zoudet dienen tot versier van dezer eerden. Naar hooger streken zijt gij, kind!... Gebenedijd van heden zoo moet Gods naam zijn, en bemind, tot in alle eeuwigheden. Vorige Volgende