Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 201] [p. 201] Nog eens Nog eens, o christene studenten, bij 't graf gestaan! In tranen? Neen! Laat vreugde op ons den zegel prenten, want wij zijn christenen! 't Geween betaamt die hoop noch troost en kennen in Christi kruis en dierbaar bloed, betaamt die kerke en kerkhof schennen, betaamt een' andren jonglingsstoet! Voor ons is doodgaan levend worden, door Hem die lijf en leven gaf; 't en zijn geen beendren die verdorden of zullen opstaan uit het graf. Zoo zult gij ook, beminden; 't sterven heeft Jesus zelve ons voorgedaan: de doodbrief staaft uw recht om t' erven het rijk waar Hij is ingegaan! Gelukkige Arnoud, rust in vrede, God hebbe uw' ziel in Zijn gena; gij droegt, 't is waar, uw' deugden mede, maar uwe exempels liet ge ons na: die volgen wij, tot op den rande van 't graf, onwankelbaar vereend; brengt deez' belofte ooit een in schande van die hier staan? Zoo God helpt, neen 't! 1864(?) Vorige Volgende