Werken. Deel 6(1908)–Julius de Geyter– Auteursrecht onbekendOnuitgegeven en verspreide gedichten; Mijne levenswarande; Bloemen op een graf II Vorige Volgende [pagina 183] [p. 183] Als de vos de passie preekt 'k Weet een spreekwoord, eeuwen oud, En 't verjongt nog alle dagen. Vrienden, 't zou u wis behagen Dat ge in lied het hooren zoudt. 't Komt niet over van de Franschen, 't Is een vrucht bij ons gekweekt: ‘Als de vos de passie preekt, Boeren, wacht uw ganzen!’ Mieken vrijt met Karel nu; Velen kon zij reeds bekoren, En aan elk heeft zij gezworen: ‘Eeuwig, jongen, min ik u!’ Karel, hoe hare oogjes glansen, O, geloof niet wat zij spreekt. - Als de vos de passie preekt, Boeren, wacht uw ganzen! Vlaamsche vrienden, als een Waal Nestlen komt in onze streken, En van broedermin durft spreken Of van recht op eigen taal; Denkt hoe ons zijn volk doet dansen, En ons in de kleêren steekt. - Als de vos de passie preekt, Boeren, wacht uw ganzen! [pagina 184] [p. 184] Ligt ge in twist met uw gebuur, Zit hij deerlijk in uw rapen, Ga er eerst eens goed op slapen; De advokaten zijn zoo duur! Uw proces heeft altijd kansen Als het geld hun niet ontbreekt. - Als de vos de passie preekt, Boeren, wacht uw ganzen! Huichlaar met uw valschen lach, Waarom andren steeds betichten? Momus had maar twee gezichten, Gij, gij trekt er twee bij dag! Heden bidt gij rozenkransen, Schoon ge eens kerk en kluis ontweekt. - Als de vos de passie preekt, Boeren, wacht uw ganzen! Vlaamsche vrienden, ‘vrank en vrij’ Zij de leuze die wij dragen; Moog zij velen niet behagen, Wat wij meenen, zingen wij! Nimmer zegg' men van ons stanzen, Dan jaloerschheid die zich wreekt: Als de vos de passie preekt, Boeren, wacht uw ganzen! November 1855. Vorige Volgende