Werken. Deel 2(1907)–Julius de Geyter– Auteursrecht onbekendDrie menschen van in de wieg tot in het graf: een epos uit onzen tijd Vorige [pagina 185] [p. 185] Vierde boek Danst voor uw meesters op de mat! Ze trommelen za? zei Peer la-la. 'k Slaap nog geen vijftig jaar..... Ha! roept men nu ter feest al, ja? Welaan dan Peer is klaar! Sinds Neerland werd in twee gescheurd, Wat is er hier zooal gebeurd? - 'k Ga zien! zei Peer la-la, sa-sa; 'k Ga zien! zei Peer la-la. Den hoed op en den stok ter hand, Ging Peer nu recht naar zee. De vischvangst is een mijn aan 't strand; 't Ging toen zoowel daarmee! Die honderd schuiten, gansch een vloot..... Ze is nu gewis wel eens zoo groot? - Ze smolt! zei Peer la-la, sa-sa, Ze smolt! zei Peer la-la. [pagina 186] [p. 186] De koopvaardij met zeil en stoom Verrijkte toch de kust! Oud Vlaanderens grootheid was geen droom: Zoo'n zeestrand is een lust! Oostende, Brugge, Kortrijk, Gent, Uw handel is nu zonder end! - Geen schip! zei Peer la-la, sa-sa, Geen schip! zei Peer la-la. 't Zijn thans fabrieken, zoo dacht Peer, En trok op steden af. Maar Gent was arm en Gent niet meer En Brugge was een graf. Sloot Willem beurs en kolonies, Toch iet kreeg Vlaanderen voor 't verlies? - Ja, wind! zei Peer la-la, sa-sa, Ja wind! zei Peer la-la. Van aan de grens, geen staatsgebouw, Geen raadhuis, geen paleis, Waar Peer niet zien en hooren wou; Maar 't was een kale reis! Heel 't Vlaamsche land was waalsch en fransch: Zijn diep verval begreep hij thans. - Wat schand! zei Peer la-la, sa-sa, Wat schand! zei Peer la-la. [pagina 187] [p. 187] Antwerpen deed zijn harte goed: Wat handel en wat kunst! Dat wrocht het zelf, met vlaamschen moed; Dat deed geen waalsche gunst. Ha! kreeg de fransquillon 't gedaan, Zijn kunst zou gauw naar Brussel gaan. - Ook 't Scheld! zei Peer la-la, sa-sa, Ook 't Scheld! zei Peer la-la. Naar Brussel, recht naar Brussel dan! Daar staan ze toch aan 't hoofd; Daar tref ik thans nog menig man, Die bergen heeft beloofd. Ministers, Kamers, heel het Hof, Wie uwer maakt het toch zoo grof? - Ik kom! zei Peer la-la, sa-sa, Ik kom! zei Peer la-la. Hij belde er aan paleizen aan; Liep Hof en Kamers rond; Hield Koning en Ministers staan: Geen mensch die hem verstond, Hem Vlaming van den ouden eed, Zelfs niet die Graaf van Vlaanderen heet.... - 't Is hard! zei Peer la-la, sa-sa, 't Is hard! zei Peer la-la. [pagina 188] [p. 188] Dat is niet al! - riep Cies van Ghendt. De kloosters gaan hier goed; Ontelbaar is de zwarte bend, Die zuigt aan 't leste bloed; Ons Vlaanderen lijkt een wingewest, Dat fransquillons en papen mest..... - Dat is 't! zei Peer la-la, sa-sa, Dat is 't! zei Peer la-la. En trommelen zij daarom al feest? O Vlaanderen! hoor mijn lied: Bij Artevelde en Marnix geest, Zoo laf nog zijn wij niet! Waar Neerland werd vaneengescheurd, Daar past geen feest, daar dient getreurd. - En meer! zei Peer la-la, sa-sa, En meer! zei Peer la-la. Vorige