Studenten!
Als ik voor u mijn hart had uitgezongen,
Weerklonken lang nog echo's van uw tongen:
Gij hadt uw eigen lied gehoord.....
Het lied van uwen stam en uwe vrijheid.....
Eens zult gij, als jonge vogels van onder de vleugelen hunner moeder, de Hoogeschool uitvliegen over gansch het Vlaamsche Vaderland.....
Eens in onze gouwen de mannen zijn der wetenschap, der gerechtigheid, der wetgeving.....
Eens de toekomst voorbereiden naar uwen wensch en uwe hoop.....
Millioenen handen zullen boven de huidige noordergrens elkander zoeken en ineen zich strengelen.....
Laat immer dan maar 't zelfde liedje schallen:
Hij wordt eens waar, de droom die zóó bekoort;
Het rijst eens op, het Stamrijk van ons allen,