Reisontmoetingen van Joachim Polsbroekerwoud en zijne vrienden (onder pseudoniem Vlerk)
(1841)–Bernard Gewin– AuteursrechtvrijVlerk, Reisontmoetingen van Joachim Polsbroekerwoud en zijne vrienden. Hendrik Frijlink, Amsterdam 1841
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1211 C 22
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Reisontmoetingen van Joachim Polsbroekerwoud en zijne vrienden van Vlerk uit 1841. Vlerk is een pseudoniem van Bernard Gewin.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. IV) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
REISONTMOETINGEN van JOACHIM POLSBROEKERWOUD.
[pagina II]
gedrukt bij c.a. spin.
[pagina III]
REISONTMOETINGEN van JOACHIM POLSBROEKERWOUD en zijne vrienden.
uitgegeven door vlerk.
met platen
Bladz. 269.
Te AMSTERDAM, bij HENDRIK FRIJLINK.
1841.
[pagina V]
INHOUD.
Blz. | |
Hoofdstuk I. - Kennismaking roet de hoofdpersonen | 1. |
Hoofdstuk II. - De stoomboot van Rotterdam naar Nijmegen. - Ontmoetingen met bekende en onbekende personen. - Polsbroekerwoud occupeert zich met vele menschen en zaken. - Torteltak wordt verliefd. - Veervlug heeft onaangenaamheden. - Holstaff weent met de weenenden | 10. |
Hoofdstuk III. - Een rustige avond en een onrustige nacht te Nijmegen | 25. |
Hoofdstuk IV. - Verblijf der reizigers te Kleef. - Zij maken kennis met interessante landgenooten en naburen, spreken over menschen en zaken in gebonden en ongebonden stijl, en bereiden zich voor, te worden vergast op een verhaal van den ouden Heer korenaar | 32. |
Hoofdstuk V. - Het verhaal van den Heer korenaar, dat misschien nog met de verdere reisavonturen van polsbroekerwoud en zijne vrienden in verband zal staan | 43. |
Hoofdstuk VI. - Aken en Borcetti. - Torteltak ontmoet een oud vriend. - De Louisberg. - Hij ziet, dat zijn vriend gelukkig is. - De Courzaal. - Hij vindt de vrouw van zijn vriend lief | 49. |
Hoofdstuk VII. Keulen. - Bonn. - Men ontmoet interessante levenden, maar nog interessanter dooden | 60. |
Hoofdstuk VIII. - Waarin de reizigers vele merkwaardige plaatsen bezoeken onder veelsoortige gewaarwordingen, en waarin polsbroekerwoud en de Amsterdamsche familie in zeer onaangename positiën voorkomen | 66. |
Hoofdstuk IX. - Beginnende met eene stoombootreis naar Coblentz, en eindigende met de illustre rejecton der familie van schalen | 73. |
Hoofdstuk X. - Een Hoofdstuk, waarin de nieuwsgierige lezer, die gaarne vernemen wil, hoe de reizigers over de Badplaatsen naar Frankfort trekken, zeer teleurgesteld wordt, en dat verder zeer geschikt is om overgeslagen te worden door menschen, die niet gaarne kennis willen maken met Frankfortsche families | 85. |
[pagina VI]
Blz. | |
Hoofdstuk XI. - Waarin de reizigers meer dan twintig mijlen afleggen zonder eenig avontuur, maar waarin zij naderhand in een klein bestek velerlei genoegens smaken | 97. |
Hoofdstuk XII. - Vermeldende, hoe veervlug uaar zijn pas zoekt, hoe hij zich in zijne eenzaamheid traeht te amuseren, en hoe hij eerst te Darmstadt plaisir krijgt | 105. |
Hoofdstuk XIII. - De nieuwe vriend van veervlug komt op het tooneel, en legt veel Duitsche plaatsen- en menschen-kennis aan den dag. | 113. |
Hoofdstuk XIV. - De reizigers bezoeken twee badplaatsen; op de eene maakt pols eene schitterende vertooning, op de andere blijft hij geheel onopgemerkt | 121. |
Hoofdstuk XV. - De tour door het Schwartzwald. Pols maakt kennis met Engeische dames bij onweder, en met Olsbachsche bij feestmuzijk | 132. |
Hoofdstuk XVI.- Aankomst in Zwitserland en verblijf te Schaf hausen; bevattende tevens belangrijke opmerkingen omtrent den invloed van een nieuw schoeisel op ligchaam en ziel | 140. |
Hoofdstuk XVII. - Bevattende eene al te lange beschrijving van eene voetreis, en eene al te korte van een watertogtje | 145. |
Hoofdstuk XVIII. - Hoe de reizigers den Rigi beklimmen, en hoe het holstaff tegen zijne verwachting toch nog gebeuren mag, de zon aldaar te zien opgaan | 151. |
Hoofdstuk XIX. - Waarin pols in zijne verwachting, om een der schoonste dagen van zijn leven in vreugde te vieren, door veelvuldige rampen bitter wordt teleurgesteld | 159. |
Hoofdstuk XX. - Waarin zoo vele zaken voorkomen, dat het moeijelijk zou wezen, de verschillende opgaven in een korten inhoud te vereenigen | 169. |
Hoofdstuk XXI. - Geeft de redenen op, waarom voor polsbroekerwoud en zijne vrienden het verblijf te Bern geene aangename souvenirs heeft achtergelaten | 180. |
Hoofdstuk XXII. - Een zeer kort hoofdstuk, dat voornamelijk over den voortvlugtigen van aartheim handelt | 190. |
Hoofdstuk XXIII. - Waarin de lezer een geruimen tijd in het Kerkerhol van Chillon moet verzuchten | 193. |
Hoofdstuk XXIV. - Geleidt de reizigers van Geneve over Sallenches naar Chamounix en van daar naar Martigny, en is eenigzins in afgebroken journaalstijl geschreven | 203. |
Hoofdstuk XXV. – Waarin aangetoond wordt, dat een interressante tour niet altijd een gemakkelijke is | 212. |
Hoofdstuk XXVI. - Waaruit blijkt, dat de reisavonturen van joachim polsbroekerwoud nog na zijne aankomst te Milaan vervolgd worden | 217. |
[pagina VII]
Blz. | |
Hoofdstuk XXVII. - Waarin veel beredeneerd en weinig bewezen wordt, en waarin de reizigers eene herberg aantreffen, waar op het uithangbord vrij wijn niet maar voor de leus geschreven is | 224. |
Hoofdstuk XXVIII. - Hetwelk aantoont, dat het zeer gevaarlijk is, te digt langs een afgrond te wandelen | 231. |
Hoofdstuk XXIX. - Waarin de reizigers eenig oponthoud hebben, maar dat de lezer zonder oponthoud kan eindigen | 235. |
Hoofdstuk XXX. - Waarin pols een zeer mooijen coup de theatre ziet mislukken, en waarin torteltak eene dame in haar rijtuig helpt. | 241. |
Hoofdstuk XXXI. - Waarin een heer zeer vrolijk en een ander zeer melancholiek wordt | 250. |
Hoofdstuk XXXII. - Hetwelk tooneelen behelst, zeer ergerlijk voor de Nederlanders in het algemeen, en voor de Haarlemieten in het bijzonder | 256. |
Hoofdstuk XXXIII. - Hetwelk misschien voor sommige lezers zal ophelderen, wat het titelvignet voorstelt | 265. |
Hoofdstuk XXXIV. - Waarin van aartheim eene zeer treurige ontmoeting heeft | 275. |
Hoofdstuk XXXV. - Hetwelk het laatste is, behalve voor degenen, die al voor lang de lectuur dezer reisontmoetingen hebben afgebroken | 279. |