Een nieu gheestelijck lietboecxken, twelck noch noyt in druck gheweest en is wt den Ouden ende Nieuwen Testament ghemaeckt
(voor 1592)–Soetken Gerijts– Auteursrechtvrij
[pagina 280]
| |
Dat 76. Liedeken.C Nae die wijse: Vanden ouden Grijsaert.O Hemelsche Vader hoe goet zijt ghy
Ga naar margenoot+ Ghi en verlaetse niet die in v hopen
O Christen betrout uwen vader altijt vrij
Ga naar margenoot+ Hy hoortet als die ellendighe roepen
Laet ons na desen prijs alleene lopen,
Al dreyghen ons de menschen met menighe pijn,
Ga naar margenoot+ In dese belofte gaet mijn herte open
Is godt met ons, wie mach tegen ons zijn
2 Die zijnen eenighen Soone niet en heeft ghespaert,
Ga naar margenoot+ Maer gaf hem om dat wy souden leuen
Ghedenct des vaders goeden aert
Hoe en soude hy niet met hem gheuen?
Gracy, dat wy ons souden wachten van sneuen,
Tghene dat wy behoeuen in desen schijn
Al worden wy nu verdreuen
Ga naar margenoot+ Is godt met ons, wie mach tegen ons zijn.
3 Christus ons hooft die heeft gheseyt
Hoort hoe hy comt in de noot te bate
Ghy sult voor coninghen worden gheleyt
Maer sorcht niet wat ghy sult praten
| |
[pagina 281]
| |
Mijn Vader sal v, wilt dit vaten Ga naar margenoot+
Wijsheyt gheuen op dit termijn
Ock seyt hy, ick sal v geen weesen laten
Is godt met ons, wie mach tegen ons zijn
4 Dat huys des geloofs is wel geschut
Met schoone beloften op alle saecken
Die godsalicheyt is tot alle dingen nut, Ga naar margenoot+
Ende heeft die beloften na Paulus spraken
Van desen leuen, en datter sal naecken,
Blijft doch in Christus ghehoorsaemheyt fijn,
Al coemt tvleesch aen palen, en staken'
Is godt met ons, wie mach tegen ons zijn. Ga naar margenoot+
5 Tis noot dat een Christen wel toesiet
Dat hy in alle ghehoorsaemheyt blijue
Wie ouertreet ende blijft in de leere Christi niet, Ga naar margenoot+
Die is sonder godt, na Joannes schrijuen
Die en hebben gheen beloften aen Siel noch aen lijue,
Laet ons in gods leeringe trecken een lijn
Malcanderen altoos met vermaninghe stijuen, Ga naar margenoot+
Is Godt met ons, wie mach tegen ons zijn? Ga naar margenoot+
6 Waer daer twee oft drie vergadert is
Inden Naem van Christo almachtich
| |
[pagina 282]
| |
Ga naar margenoot+ Daer is hy in tmidden, dats ghewis
Want zijn woorden zijn warachtich,
Ga naar margenoot+ In disputeeren zijt niet iachtich
Want twist onder den Christen is niet fijn
Blijft in die salige leeringe eendrachtich
Ga naar margenoot+ Is godt met ons wie mach tegen ons zijn
7 Oft wy oock waren also sot
Dat wy wt die leeringhe traden
Ga naar margenoot+ Eylacy so waren wy sonder Godt
Hoe hadden wy dan onse siele verraden
Ga naar margenoot+ Vader verlost ons vanden quaden
Ga naar margenoot+ Ghy weet dat is mijn roepen tot dijn
Och vrienden twaer goet dat wy altijt baden,
Ga naar margenoot+ Is god met ons, wie mach tegen ons zijn
Ga naar margenoot+ 8 Laet ons de liefde gebruycken eenpaer
So sal godt immer met ons wesen
Want godt is die liefde, dats claer
Wie in die liefde blijft, also wy lesen
Die blijft in godt, ende godt blijft in desen
Sijn geest verfraeyt het herte meer dan wijn,
Ontfangt malcanderen vrij sonder vresen,
Ga naar margenoot+ Is godt met ons, wie mach tegen ons zijn
9 Oorlof mijn vrienden wijt verspraeyt
Waer dat wy zijn, in Dorpen ofte steden,
| |
[pagina 283]
| |
Tis eenen gheest die ons al verfraeyt Ga naar margenoot+
Daer wy mede zijn ghedrenct na Paulus zeden
Laet ons voor malcanderen wtstorten gebeden Ga naar margenoot+
Dat wy niet en doen, als een Hont oft swijn,
Maer in godts paden, ten eynde toe treden Ga naar margenoot+
Is godt met ons, wie mach tegen ons zijn
|
|