Een nieu gheestelijck lietboecxken, twelck noch noyt in druck gheweest en is wt den Ouden ende Nieuwen Testament ghemaeckt
(voor 1592)–Soetken Gerijts– AuteursrechtvrijNae die wijse: Ick hoorde die Basuyne blasen.Het 34. Liedeken.GHenade en vrede te samen
Wensch ick v lieue suster fijn
Veel cracht des geestes met namen
Dat ghy ten eynde vroom moecht zijn
Ga naar margenoot+ Ende die werelt verwinnen
Al is die schoon ghestelt
Dus wilt v hart noch sinnen
Ga naar margenoot+ Niet stellen om die te beminnen
Want sy voor Godt toch niet en gelt.
2 Wat in die werelt is, wilt geloouen
Ga naar margenoot+ Is lust der ooghen als Joannes seyt
En hoomoet des leuens daer en bouen,
Ga naar margenoot+ Wellust des vleesch hoort dit bescheyt
Die daer in leeft sal eewich branden
| |
[pagina 133]
| |
In een vier dat niet wt en blust Ga naar margenoot+
Daer sal knersinghe der tanden
Wesen, met sware banden
Siet dit is die werelt met al haer lust.
3 Toe gheseyt van Godt almachtich
Om dat sy gods stemme niet en hoort Ga naar margenoot+
Maer die gods wille doet eendrachtich
Christum naeuolcht in die nieu herboort Ga naar margenoot+
Die sal inder eeuwicheyt blijuen
Och suster hier wel op let
Schent alle twist en kijuen Ga naar margenoot+
En laet v van gods gheest drijuen
Tot al het geen dat leert gods wet.
4 Want dat is ons van Godt beuoolen
Te ander houwen met alle vlijt Ga naar margenoot+
Wie Gods wet verlaet die moet doolen,
Och zijt toch neerstich in desen tijt
Altijt sorchuuldich waecken
Niet op houden int ghebet Ga naar margenoot+
Elck mach ouerleggen zijn saecken
Wy moetent hier also maecken
Als ons hier leert Gods woorden net.
5 Want dat is leuendich en crachtich
Het dringt duer dat geest en siele scheyt, Ga naar margenoot+
Wie dat van herten gelooft warachtich
Die sal leuen inder eeuwicheyt
| |
[pagina 134]
| |
Ga naar margenoot+Noch vernieutet den mensch van binne
Ende maeckt dat herte vroom
Laet ons dat met eernst beminnen
Ga naar margenoot+ Wy sullen hier al verwinnen
Van Godt hier nae ontfangen die croon.
6 Och laet ons hier toch wel op dencken
Ga naar margenoot+ Om te vercrijghen van godt dit loon
Want hy sal den zijnen gaen schencke
Hier bouen in des Hemels troon
Ga naar margenoot+ Dus laet ons zijn naem belijden
Hem dancken tot alle tijden
Ga naar margenoot+ Want zijn ghenade is sonder ent
7 Hier mede wil ick v beuelen
Op desen tijt, den almachtighen Godt
Die wil v zijn geest mede delen
Dat ghy moecht onderhouden zijn gebot
Ga naar margenoot+ Op dat ghy een licht ghepresen
Die by v wandelen hier,
Onstraffelijck in al v wesen
Als toe comt die Godt hier vresen
Sedich bequam in alle manier.
|
|