dr. m.j. heijkant (1952) doceert Italiaanse letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Zij promoveerde op de Tristano Riccardiano, een Italiaanse vertaling van de Proza-Tristan.
drs. c. hogetoorn (1934) richt zich in haar onderzoek op de Franse en Occitaanse letterkunde van de Middeleeuwen.
dr. e.m.c. van houts (1952) is fellow van het Newnham College aan de Universiteit van Cambridge. Zij is gespecialiseerd in de Latijnse literatuur en de historiografie van de Anglonormandische periode.
dr. l. jongen (1948), docent Middelnederlandse letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Hij zette verschillende Middelnederlandse teksten om in modern proza.
dr. j. koopmans (1959), werkzaam bij de vakgroep Frans-Roemeens van de Universiteit van Amsterdam, publiceerde tekstedities en studies op het gebied van laatmiddeleeuwse populaire en toneelliteratuur.
dr. w.j.th.m. kuiper (1948) is als universitair docent verbonden aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. Hij houdt zich vooral bezig met epische teksten uit de handschriftenperiode.
drs. m.j. lens (1960), tot voor kort als aio verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, publiceert over en bereidt een proefschrift voor over de Middelnederlandse Huge van Bordeeus-traditie.
drs. a.g. van melle (1934) is docent historische en moderne letterkunde bij de vakgroep Nederlands (Faculteit Educatieve Opleidingen) aan de Hogeschool Midden-Nederland te Utrecht.
drs. g.a. postma (1951) is als wetenschappelijk medewerker betrokken bij het Lancelot-project aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast werkt zij aan een dissertatie over de Rijmbijbel van Jacob van Maerlant.
dr. a. quak (1946) is universitair hoofddocent Oudgermaanse taal-en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam.
dr. r.j. resoort (1944) is werkzaam als universitair docent aan de vakgroep Historische letterkunde van het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. Hij houdt zich vooral bezig met de late Middeleeuwen.
prof. dr. f. van der rhee (1912) is emeritus-hoogleraar Oudgermaans. Zijn publikaties, voornamelijk van taalkundige aard, bestrijken het Langobardisch, de contacten Germaans-Romaans en de vroeg-Germaanse klank- en vormleer.
dr. i. spijker (1956) verricht aan de Universiteit Utrecht onderzoek op het gebied van de Middelnederlandse en Oudfranse Karelepiek. Zij promoveerde op een studie over de relatie tussen Renout van Montalbaen en Renaud de Montauban.
drs. r.d.h. stufkens (1964), docent historische letterkunde aan de deeltijdopleiding (feo) te Middelburg van de Hogeschool Rotterdam & Omstreken, heeft als onderzoeksterrein de Arturromans.