Een nieu gheestelijck liedt-boecxken
(1621)–Vrou Gerrits– AuteursrechtvrijNa de wyse: Heyligh, heyligh, heyligh, Godt Heer Almachtich.
EEn klaer ghesicht in alle duyster saken,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 46]
| |
Ga naar margenoot+Een reyn verstandt om Godes woordt te smaken,
Ga naar margenoot+En te ghebruycken in zijn recht graet,
Na Gods wil ende zijn welbehagen,
Ga naar margenoot+Om weer te staen Satans listige aenslaghen,
Die u moghen aenkomen vroegh en laet.
Dit wensch ic u voor eenen groet mijn Broeder,
Ga naar margenoot+Terwijl ghy zijt geset tot een Behoeder
Ga naar margenoot+In't huys Gods over die schapen Christi,
Ga naar margenoot+Dus houdt haer van zijn raedt doch niet verholen,
Ga naar margenoot+Goetwilligh doet al wat u is bevolen,
Ga naar margenoot+Het sal namels wel geloont worden dy.
Ga naar margenoot+Soo ghy u dienst getrouwelijck gaet uytvoeren,
| |
[pagina 47]
| |
Sonder discoort, twist oft eenigh oproeren,Ga naar margenoot+
Maer vast gebouwet staet als een pilaerGa naar margenoot+
In het huys Gods, want daer seer veel aen steunen,Ga naar margenoot+
Die daer door lichtelijck vallen keunen,Ga naar margenoot+
Wanneer dat sy yet worden wanckelbaer.
Met sulcke pilaers gaender dick veel strijcken,Ga naar margenoot+
Wanneer sy uyt haer vastichheydt wijcken,Ga naar margenoot+
En niet blyven daer sy in zijn geset,Ga naar margenoot+
'Twelck menigh doet treuren en suchten,Ga naar margenoot+
'Thuys Gods stincken, en maeckt veel qua gheruchten,Ga naar margenoot+
Iae menigh van die waerheydt keert en let.Ga naar margenoot+
Hier voor staet seer te suchten en te klaghen,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 48]
| |
Ga naar margenoot+Bidden, smeken, met herten gants verslaghen
Ga naar margenoot+Tot den eenigen Herder en Leytsman,
Ga naar margenoot+Dat hy ons met zijn Gheest wil recht doorvieren,
Ga naar margenoot+Op dat men al nae zijn wil mach regieren,
Ga naar margenoot+Sonder hem doch niet volbrenghen kan.
Ga naar margenoot+Dus laet ons tot Godt roepen met betrouwen,
Ga naar margenoot+Dat hy ons door zijns Gheests kracht wil bedouwen,
Ga naar margenoot+Op dat de Herders en schaepkens te saem
Ga naar margenoot+By een blyven sonder eenigh verstroyen,
Ga naar margenoot+Lustigh bloeyen en lieffelijck verstroyen,
Ga naar margenoot+Tot eer en prijs van Gods heylighe Naem.
| |
[pagina 49]
| |
Den tijdt is kort, laet ons hier wel op achten,Ga naar margenoot+
Wat ons noch wort bevolen wel betrachten,Ga naar margenoot+
Om reyn, heyligh, ende perfect te zijn,Ga naar margenoot+
Ghelijck Godt den Vader en onsen Heere,Ga naar margenoot+
Och dit mach ons met recht wel slaen ter neere,Ga naar margenoot+
Iae wel van herten gaen bedroeven mijn.Ga naar margenoot+
Want ick my dick schier vruchteloos bevinde,Ga naar margenoot+
Och dat ick niet gheset wordt by die blinde,Ga naar margenoot+
Die metter handt noch tastet nae die wandt,Ga naar margenoot+
Die reyninghe van haer sonden vergheten,Ga naar margenoot+
O Godt die leegh siet, nochtans hoogh gheseten,Ga naar margenoot+
Voor u ist al naect, bloot ende bekant.Ga naar margenoot+
| |
[pagina 50]
| |
Ga naar margenoot+Mijn sonden al wilt my Heer klaer vertoonen,
Ga naar margenoot+Dat ick mijn faeljeringhe niet en gae verschoonen,
Ga naar margenoot+Maer die bekennen mach naeckt ende bloot,
Ga naar margenoot+Daer toe gheeft my een ghemoet gansch versleghen,
Ga naar margenoot+Om u ghenade van herten recht te deghen
Ga naar margenoot+Te soecken, is my grootelijck van noot.
Ga naar margenoot+Hier in ick my bevind' veel t'onachtsame,
Ga naar margenoot+Daer van te tracteren my oock dick schame,
Ga naar margenoot+Hoe neerstigh wy moeten zijn vroegh en laet
Ga naar margenoot+Tot Godt met bidden, kermen ende klaghen,
Ga naar margenoot+Want mijn vleysch snood' wil seer gheern vertraghen,
| |
[pagina 51]
| |
Nochtans en weet ick geen beter raedt.Ga naar margenoot+
Om ons beroep nae Gods wil en behaghenGa naar margenoot+
Door te brenghen ten eynde onser daghen,Ga naar margenoot+
Och wilt my doch hier toe behulpigh zijnGa naar margenoot+
Tot Godt in uwe vyerighe gebeden,Ga naar margenoot+
Op dat wy mochten zijn van Christus leden,Ga naar margenoot+
En nae by een komen in vreughden fijn.Ga naar margenoot+
Dit is mijn wenschen en hertelijck begheren,Ga naar margenoot+
So sullen wy dan eeuwigh triumpheerenGa naar margenoot+
In groote vreucht en blijdtschap sonder endt,Ga naar margenoot+
Hier toe wil u en my de Heer bewaren,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 52]
| |
Nae u begheer heb ick dit gaen verklaren,
Ga naar margenoot+Tot danckbaerheydt van't gheen ghy hebt ghesendt.
|
|