Dichtwerken(1869)–P.A. de Génestet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 169] [p. 169] Zelfverloochening. U-zelf wilt gij verloochnen? goed! Dat is een edel streven. 't Is de eerzucht van een vroom gemoed, Voor andren slechts te leven. Doch wie zich-zelf verloochnen wil, In woorden en in werken, Hij doe het vroolijk, needrig, stil, En laat zijn strijd niet merken. Want weet, als in uw sombren blik, In uw mistroostig wezen, De leus: ‘Mij-zelf verloochen ik!’ Voor ieder staat te lezen.... [pagina 170] [p. 170] Dan rooft ge uw liefdewerk zijn kroon, Zijn lieflijkheid, zijn waarde; Dan rooft ge uw eigen ziel haar loon, Omdat gij 't vraagt van de aarde. Dan is uw offer goed noch groot, En zal geen hart verrukken: Wat meer dan goud kon zijn - als lood Zal 't op uw naaste drukken. Dan wekt ge liefde noch ontzag, Maar weerzin, medelijden: De kunst is: met een milden lach, Als streedt ge niet - te strijden! 1859. Vorige Volgende