Dichtwerken(1869)–P.A. de Génestet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 148] [p. 148] Liedje in den Maneschijn. Hoe 't komt toch, dat zoo garen De meisjes - vraagt ge mij - In 't lieve maantje staren Met stille mijmerij? Wel, hebt gij nooit vernomen Van 't mannetje in de Maan? Zij zien het in heur droomen, Zij lokken 't met een traan. Schijnt later - als de morgen Haar naast een wiegje wekt, En de avond uit de zorgen Haar in de veeren trekt - [pagina 149] [p. 149] Schijnt later van den hoogen Het maantjen op de ruit - Men kijkt met andere oogen: Het mannetje is er uit! Zelfs ziet men menig spannetje Zoo kwalijk samen gaan, Dat vaak de vrouw het mannetje Terugwenscht naar de maan! Vorige Volgende