Dichtwerken(1869)–P.A. de Génestet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende LXXX. Een aristocratisch tegenstander. (Gefluisterd, doch afgeluisterd.) ‘Al die vrijzinnigheid! ik had er immer tegen!... 't Is zoo bourgeois; ook mag ik zeggen, door Gods zegen, Vóór 'k op mijn ijdlen weg genadig werd gestuit, Was toch reeds heel mijn hart de Richting toegenegen - Die zag er zoo fatsoenlijk uit!’ Vorige Volgende