LXIV. Op heel en half licht.
(Een Amsterdamsche winteravond-herinnering.)
‘Op heel licht’ staat een enkle maar,
‘Op half licht’ ver de meesten:
Dat gaat naar de opkomst van de schaar,
Want die beproeft de geesten.
Toch, somtijds waar het kerklicht kwijnt,
Daar schijnt het Woord met luister,
En vaak, waar 't volle gazlicht schijnt,
Daar zit je in 't pikkeduister!
1860.
In sommige gemeenten van ons vaderland heeft men de hebbelijkheid, of, wilt ge, de onhebbelijkheid, bij den avonddienst meer of minder licht te ontsteken, naarmate de verschillende leeraars meer of minder menschen trekken. Vandaar de uitdrukking: ‘Op heel of half licht staan.’ ‘Ik ben nu ook op half licht gezet’ zei mij onlangs een zeer geacht vriend. In de Amsterdamsche gemeente is deze ‘zonde in den vorm’ - naar ons verzekerd werd ten minste - kort geleden afgeschaft.