Dichtwerken(1869)–P.A. de Génestet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 303] [p. 303] LIII. Ketterij. De ketterij, die, zegt men, st-nkt - Een woord dat niet welluidend klinkt! - Doch ik voor mij, Houd ketterij Juist voor het zout der maatschappij, Die, zonder haar, lang waar' ten roof Van Heerschzucht, Domheid, Bijgeloof. Slechts, waar ze onzeedlijk wordt, daar is Ze mij een st-nkende Ergernis! Vorige Volgende