Dichtwerken(1869)–P.A. de Génestet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 296] [p. 296] XXXIX. Twee koryphaeën. ‘Gek zijn wij een van beiden, wij,’ Zeî de eene Theoloog tot de' ander. ‘Wat wij gelooven toch strijdt lijnrecht met elkander: Dit's evident voor ú, dát's evident voor mij - Dus, een van tweeën is maar mooglijk: ik of gij...’ Of beide, dacht er een en - ging voorbij. Vorige Volgende