Dichtwerken(1869)–P.A. de Génestet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 269] [p. 269] Den Lezer. Broeder, die dit boekske leest, 'k Heb gerekend op uw geest. Zoeke of legge uw oordeel, in 't Vluchtig rijm, den rechten zin! Zegt ook rijm voor rijm niet veel, Kleintjes maken hier 't geheel, Tal van dichten 't ééne Dicht, Dat ùw tijd u stelt in 't licht, Schildert wat men hoort en ziet Op des geestes wijd gebied, En hoe 't staat met menig man, In ons hollandsch Kanaän; Welk een geest in onze lucht, Streeft en woelt en zint en zucht; En de feilen van den dag Die men niet bedekken mag. 't Boekske heeft zijn plicht gedaan, Spoort het ù tot denken aan - Zoo 't u leeren kan noch stichten, Denk: 't zijn ook maar leekedichten! Vorige Volgende