Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 236 Aan C.P. TieleDatum: 21 oktober 1860 ubl
Amst. 21 Oct. 1860 Mijn waarde Vriend,
Kruseman schrijft mij zoo even dat wij twee vel voor den Christelijken te kort komen. En wil bepaald proza! Want van de 8 vel gedrukt of uitgezet is omstreeks vier - zegge vier - vaers! Ik heb - buiten U om - nog drie allerliefste prozastukjes à la Fanny FernGa naar eind1. van éene bekende ‘onbekende’ laten drukken - doch nu ben ik ten einde raad. Ik moet zelf nog een vaersjenGa naar eind2. schrijven voor het laatste plaatjen en heb voorts de handen zóo vol met schoolcommissie juist zijn we aan het verplichte officieele bezoek - en Vondelcommissie - ik mocht het secretariaat, met een medehelperGa naar eind3., die er beter voor geschikt is dan ik, niet weigeren - en - mijn eigen bundeltjenGa naar eind4. en nog veel meer - dat ik Ú op moet roepen en zeggen: Veel! Zoo koomt ge er niet van af. Al de plaatjens al de vaerzen nam ik voor mijn rekening en zorgde voor proza daarbij. Nu ben ik op. Ook kan òf wil ik zelf van 't jaar niet zóo veel vaersjens als verleden in ons Boekske zetten. 't Zou wezen, of ik daar het monopolie van hebben woû. Bedenk dat. En zie nu wat ge doen kunt! Ik ga onmiddelijk wat dichten, bij het laatste plaatjen. Want er is haast ook, bij 't werk. Een vrolijke brief, hé? Ik kan het niet helpen - graag schreef ik U wat lievers en prettigers. Bruyn heeft mij ook afgeschreven, 14 dagen geleden. Ik ga aan 't werk - Gij ook?
Adio. Groet Uw vrouw en geloof mij, Uw liefh. P.A. de G. vliegend. | |
[pagina 194]
| |
Adres: Weleerwrden Heer C.P. Tiele
|
|