Nagelaten brieven

Brief no. 230 Aan A.C. Kruseman

Datum: [?] oktober 1860

ubl

Zeer waarde Vriend,

Dank, hartelijk dank voor al het ‘in orde’ ontfangene! Ga gerust uw gang met de verzending!

Och, ik zou zoo graag eens te Haarlem komen - ook om met den Heer Quack^1. te spreken! - maar ik ben nog een gebondene. Een teêr puntjen - dat ik liever U in t'oor wilde fluisteren - moet ik nu maar op 't papier zetten.

Ik dacht dat mijn Vriend Tiele geen onkosten had voor den Christelijken. Maar vertrouwende op 't geen ik hem meldde van Uw goede voornemens - de F50. - Gij weet wel! heeft hij en aan Ds de Ridder en aan Ds de Veer honorarium toegezegd. Nu - de R kan hij zelf wel helpen - maar de Veer moet minstens F20. - hebben, niet waar? Zulk een helper dient te vriend gehouden. En dat is voor mijn braven Mederedacteur wat te veel korting op zijn vrouwen!^2.

Ik vraag U dus excuus voor mijn voorbarig bedanken en koom U vriendelijk verzoeken, zoo mij, als Tiele uit den brand te helpen! Misschien had ik het niet gedaan - indien ik Ú niet kende, doch nu ik U ken - mocht ik het niet laten. Doch F20. - is vast genoeg! Het exemplaartjen voor Erich^3. is door van Kampen bezorgd maar hoe krijg ik dat voor Hugenholtz naar Hoenderloo? Geef mij raad!

1. Ds H.P.G. Quack schreef een artikel over Gerrit de Clercq in De Gids van december 1887.

2. Niet opgenomen in de bundels ‘Bijbelsche Vrouwen’ of ‘Historische Vrouwen’.

3. Niet nader geïdentificeerd.

[p. 189]

Koomt Gij nú aan bij mij hier? - Ik ben altijd thuis tot half twee - twee uur - en ik heb zooveel met U te praten. Vele groeten.

Met achting en liefde

Uw dw

P.A. de G.

Woensdag-avond.

vliegend.

P.S. Hierbij ingesloten twee kwitanties.

De Christelijke ziet er mooi uit - vooral de ingebondene.